Geschiedenis

Alle informatie over het de geschiedenis van Moorslede en Dadizele bevindt zich bij de Heemkundige Kringen en hun publicaties.

Dadizele

WOI

In oktober 1917 nemen de gevechten in West-Vlaanderen toe in hevigheid. De Duitsers evacueren de plaatselijke bevolking. De gedwongen vluchtelingen zwermen uit over heel Vlaanderen. Een deel van hen verzeilt in Tollembeek.

In Tollembeek werden de vluchtelingen naar eigen zeggen op een onvriendelijke manier ontvangen. De plaatselijke bevolking was weinig enthousiast, zeer wantrouwig en wist niet wat haar te wachten stond. Er heerste ook in Tollembeek armoede door de oorlog. Dezelfde dag nog werden de vluchtelingen met paard en kar en te voet voor wie het aankon, overgebracht naar Herne. Daar werden ze goed opgevangen in de zaal De Kring. Het Plaatselijk Comiteit voor Hulp en Voeding zorgde ervoor dat de vluchtelingen elke dag voorzien waren van soep, brood, smout, varkensvlees en kledingstukken. Boeren brachten stro om de mensen die geen bed hadden toch te slapen te kunnen leggen.

 ’s Anderendaags werden de vluchtelingen verdeeld over Galmaarden, Tollembeek, Vollezele, Herfelingen, Edingen, Herne en Oetingen. In Herne deed pater Louis Dobbeleer, een kapucijnenpater van het klooster van Izegem, elke zondagmorgen een “vluchtelingenmis”.

Het was even wennen maar na een tijdje kwam er toch wat integratie op gang. Uiteindelijk zijn er in Herne, Tollembeek, Galmaarden van de vluchtelingen kinderen geboren, hebben kinderen er tijdens en ook na de oorlog hun communie gedaan, zijn er mannen en vrouwen uit Dadizele en Ledegem getrouwd met vrouwen en mannen van daar én zijn er vluchtelingen gestorven.

De geschiedenis zou zich herhalen in WO II, maar dan in omgekeerde richting, wanneer mensen van uit Groot-Galmaarden in Ledegem, Zwevegem, Dadizele en omliggende als vluchteling belandden.    

 

Moorslede

WOI

Heel wat inwoners van Moorslede vluchtten tijdens WOI naar Normandië, meer bepaald naar Cany-Barville. Zij vluchtten naar Cany-Barville omdat er al handel (vooral vlashandel) gedreven werd met mensen uit deze gemeente, er ook veel seizoensarbeiders van Moorslede gingen werken in de bietenteelt en omdat de kasteelheer van Dadizele (die vele gronden bezat in Moorslede) ook kasteelheer was in Cany.

Een aantal Moorsleedse families hebben er een nieuw onderkomen gevonden en zijn nooit teruggekeerd naar Moorslede.

  • Uit dank voor de gastvrijheid en om de contacten met de gevluchte families terug op te nemen, nodigde de gemeente Moorslede de bestuursleden van het dorp uit. Op zondag 30 november 2008 ging het college van Cany-Barville op deze uitnodiging in en kwam op bezoek.
  • Dit bezoek bleef nazinderen en begin juli 2009 werd binnen de cultuurraad een aparte werkgroep opgericht om de verbroedering tussen Moorslede en de Franse gemeente te versterken en het bezoek van een Moorsleedse delegatie aan de gemeente te organiseren.
  • Zondag 25 april 2010 ging het gemeentebestuur van Moorslede dan weer op bezoek naar Cany-Barville. Vergezeld door enkele bestuursleden van de Heemkundige Kring van Moorslede trok het gemeentebestuur naar Cany-Barville die voor de gelegenheid een bijeenkomst had belegd met de afstammelingen van de Moorsleedse families die in Cany-Barville een onderkomen hebben gevonden.

Vlas

Moorslede heeft een rijke geschiedenis wat vlasindustrie betreft. Momenteel verwerkt firma Demeyere in de Breulstraat nog steeds vlas. In 2017 stond Open Monumentendag in het teken van vlas.

Asten

Tegenwoordig wordt Wervik in één adem genoemd bij de West-Vlaamse en Belgische tabaksteelt, maar het was ooit anders. Ook Moorslede speelde een hele belangrijke rol

De bloeiende teelt van tabak en cichorei van weleer is nog altijd te zien. Daarvan getuigen nu een 40-tal tabaksasten en 6 cichoreiasten in het landschap. Drie bedrijven zijn nog in werking, waaronder twee tabakstelers en het bedrijf Landuyt in de Stationstraat, dat op het gebied van het drogen van cichoreibonen een wereldspeler is. Het is de tweede grootste producent van Europa.

Na 1800 en tot na de Eerste Wereldoorlog waren er tot 150 telers en asten in Moorslede. Een enorm aantal voor een kleine gemeente, al was het grondgebied Moorslede toen nog groter. De overgebleven asten, waar tabak en cichorei gedroogd worden, zijn in sneltempo aan het verdwijnen.

Ook voor cichorei bekleedde Moorslede een tijd lang, qua aantal telers en productie, de eerste plaats en was de gemeente daarin belangrijker dan Lichtervelde en Ardooie. De cichoreiteelt in Moorslede kent zelfs een langere geschiedenis dan die van de tabaksteelt, met gegevens die teruggaan tot voor 1827.

Meisjesinternaat

Het meisjesinternaat in O.L.V.-Ten Bunderen vormt het kader van heel veel verhalen. 

Verschillende ruimtes van dit internaat zijn nog in originele staat, zoals ze gebouwd en ingericht werden kort na WOI. Het kroonjuweel van het klooster zijn de chambrettes op de zolderverdieping die nog volledig in tact zijn, wat een unicum is in de regio. Je kan het internaat nog steeds bezoeken.